Terwijl in het kleine kerkje in Rio Vermelho de lofliederen om haar heen klinken, sluit Maria Afonsa even haar ogen. Wat een geweldige dag, wat een feest, wat een dankbaarheid! En in een flits trekt haar leven aan haar voorbij.
Als klein meisje werd ze door haar dronken moeder al jong uit werken gestuurd in de huizen van de rijken. Daar werd ze in feite “opgevoed”. Als tiener gaf ze haar leven aan God, maar de moeiten van het leven roofden het zaad dat in haar was geplant. Ze trouwde en kreeg een dochtertje, maar haar man was, zoals veel mannen hier, ontrouw. Dit dreef haar echter weer in de armen van de Heer en vanaf dat moment begon ze elke dag voor haar man te bidden. Ze kreeg werk als kokkin in het Kindercentrum terwijl de kleine Fernanda daar elke dag werd opgevangen, en ondanks het feit dat ze elke dag al om 6 uur met haar kindje de steile heuvel op moest sjouwen, had ze het er enorm naar haar zin. Ze maakte lange dagen, daalde rond 5 uur weer de heuvel af en volgde ‘s avonds zelfs de opleiding voor onderwijzeres.
In de loop der jaren werden er nog twee zoontjes geboren, kreeg ze werk als onderwijzeres op twee scholen, maar het huwelijk werd er niet beter op. Toch bleef Maria Afonsa voor haar man bidden en het wonderlijke was wel dat haar man Vává ondanks het feit dat het een slechte echtgenoot was, een goede vader bleek. De kinderen waren dan ook dol op hem.
Een paar jaar geleden leidde de ontrouw van haar man echter tot zo’n diepe huwelijkscrisis dat ze besloot om van haar man te scheiden.
Toen greep God in. Vává zocht het voorgangersechtpaar op en vroeg om hulp. Voorganger Lúcio en z’n vrouw Júnia deden er alles aan om het echtpaar te helpen: ze baden samen en stonden hen met raad en daad bij. Vává, die in al die jaren slechts een keer de kerk van binnen had gezien, begon nu ook regelmatig naar de samenkomsten te komen. Het duurde niet lang of hij gaf zich volledig over aan Gods wil.
Dat is intussen twee jaar geleden. Wat is er daarna veel veranderd ten goede. Maria Afonsa zingt uit volle borst mee. Haar hart loopt nog meer over van vreugde dan voorheen. Ja, wat is God trouw en goed. Vierentwintig lange jaren had ze gebeden en beleden “Ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen” en Hij had haar gehoord. Vandaag wordt haar man gedoopt en wil aan iedereen laten zien: “Voortaan ben ik trouw aan God en aan mijn vrouw”
Dochter Fernanda, ooit een opvangkind in het Kindercentrum, is inmiddels afgestudeerd verpleegkundige. En Maria Afonsa en Vává leiden samen met een ander echtpaar de huwelijkscursus in de gemeente.