“Ik hou niet meer van je, ik ga er vandoor”, zei mijn man zonder blikken of blozen. Mijn wereld stortte in. Ik snapte er niets van. Ik was 31, we waren pas 6 jaar getrouwd, hadden een prachtige tweeling van 4 en ik was zwanger van ons derde kindje. Ik was ervan overtuigd dat we een gelukkig gezinnetje waren; natuurlijk hadden we wel eens een meningsverschil, maar nooit slaande ruzie. Maar hij pakte z’n spullen en verdween.
Ik kwam in een enorme depressie. Hoewel ik zwanger was begon ik aan één stuk te roken, ik at niet en huilde voortdurend. Ik voelde me zo vernederd. De geboorte van mijn derde kind verliep moeilijk en ik kon het nauwelijks opbrengen om voor de baby te zorgen. Ook de tweeling liet ik volledig aan hun lot over. Ze kwamen in die tijd veel aandacht en liefde tekort. Gelukkig zetten alle familieleden zich in om mij en de kinderen te helpen.
Twee jaar later kocht mijn ex-man een huis voor ons bij hem in de buurt zodat hij de kinderen vaker kon zien. Hoewel ik blij was dat ik nu geen huur meer hoefde te betalen, voelde ik me nog eenzamer, ver weg van mijn eigen familie.
In die tijd begon mijn zoontje, die toen zes was, ernstig probleemgedrag te vertonen op school. Elke dag werd ik bij de onderwijzeres op het matje geroepen en thuis gekomen schold ik hem dan uit en sloeg hem. Tijdens een van de gesprekken met de onderwijzeres vroeg ze mij recht op de man af of ik gelovig was en ik antwoordde: ”Natuurlijk”, want ik ging wel eens naar de mis, ik was gedoopt en zelfs in de kerk getrouwd. Maar ze nodigde mij uit om eens mee te gaan naar haar kerk. Dat was de kerk van de EZB in Belo Horizonte. Het beviel me zo goed dat ik er elke week heen ging. Ik dronk het Woord van God en het duurde niet lang of ik gaf mijn leven aan de Here God.
Vanaf die tijd begon mijn houding te veranderen. Ik had zo’n diepe haat tegen mijn man om alles wat hij mij had aangedaan, dat ik hem wilde laten boeten voor alle leugens en bedrog. Zo erg zelfs dat ik alle verwensingen die ik hem en z’n liefjes toewenste in een schrift had opgeschreven. Maar het Woord van God begon zijn werk in mij te doen. In plaats van mijn ex-man en al z’n maîtresses te vervloeken, begon ik hen nu te zegenen. Twee bijbelgedeeltes spraken mij bijzonder aan: ”Want uw Schepper zal uw “echtgenoot” zijn. Here van de hemelse legers is Zijn naam; Hij is uw Verlosser, de Heilige van Israël, de God van de hele aarde. Want de Here heeft u uit uw verdriet omhoog getrokken – een jonge vrouw verstoten door haar echtgenoot …. Mijn ontfermende liefde zal u niet verlaten.” (Jesaja 54), en “Wilt U mij weer blijdschap en echte vreugde geven? Mijn lichaam en ziel zijn terneergeslagen, maar U kunt mij weer oprichten en U laten prijzen … Geeft U mij een nieuw, schoon hart, mijn God, en een nieuwe geest die mij innerlijk standvastig maakt.” (Psalm 51)
Deze verzen hebben mijn leven veranderd: ik kreeg weer levensvreugde en alle bitterheid, woede en verdriet verdwenen. Nu, 30 jaar later, ben ik een blijde christen. God heeft alles nieuw gemaakt.”
Foto: Sônia temidden van haar gezin