Daarom werd Hebron voor Kaleb, de zoon van Jefunne, de Keneziet, tot erfelijk bezit tot op deze dag, omdat hij erin volhard had de HEERE, de God van Israël, na te volgen. – Jozua 14:14 (HSV)
We leven in een tijd waarin je alles wat je wenst meteen kunt kopen. Je hoeft niet eerst te werken en te sparen. Even een lening afsluiten of betalen met een creditcard met een langlopende aflossingstermijn en je hebt de spullen al in huis. Daarna moet je werken om je schulden af te lossen.
Het is niet meer voor iedereen gebruikelijk om eerst te sparen en het dan uit te geven. Eerst te werken, dan pas te rusten. Eerst te streven en te vechten, dan overwinnen en genieten.
Ook in het meewerken aan acties en goede doelen zien we dit terug. Veel mensen vermijden langdurige verplichtingen en verantwoordelijkheden en willen ‘vrij’ zijn. Je voor lange tijd verbinden aan een organisatie, en hier tijd en geld aan besteden, vraagt een principiële keuze. Het zegt veel over wie we zijn – het zegt veel over onze waarden en levensprincipes.
Hier is een man, Kaleb, die zijn hele leven worstelde om een belofte na te jagen – een specifieke plaats in het ‘beloofde land’. Een deel van zijn verhaal wordt verteld in Jozua 14:6-15. Toen Kaleb 40 jaar oud was, werd hij samen met elf andere verspieders (waaronder Jozua) gestuurd om het beloofde land te verkennen. Tien van deze spionnen brachten een rapport uit van angst en nederlaag; terwijl Jozua en Kaleb verslag uitbrachten van vertrouwen dat God de overwinning zou geven. Omdat het volk de tien verspieders volgde en niet Mozes, Jozua en Kaleb, liet God hen 40 jaar door de woestijn zwerven.
Toen Kaleb Hebron bereikte, het deel dat Mozes hem had beloofd, hadden de Israëlieten al vijf jaar gevochten om het beloofde land in te nemen. Pas op dit punt ziet de 85-jarige Kaleb de beloning waarvoor hij zo hard heeft gevochten.
Er staat dat Kaleb ‘erin volhard had de Here, de God van Israël, na te volgen’. Dit is een mooi voorbeeld om te volgen. Ook Jezus volhardde in het uitvoeren van Gods plan. In Hebreeën 12:2-3 lezen we: ‘Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.’.
In Johannes 20:21 geeft Jezus ons de opdracht: ‘Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.’ Jezus stuurt ons op pad. Lukas 4:18-19 zegt: ‘De Geest van de Here rust op Mij, omdat Hij Mij heeft gezalfd tot brenger van goed nieuws aan arme mensen. Hij heeft Mij gestuurd om uit te roepen dat gevangenen zullen worden vrijgelaten, dat blinden zullen zien, dat onderdrukten zullen worden bevrijd en dat de tijd van Gods genade is aangebroken.’
Op een praktische manier maakt Jezus de criteria voor persoonlijke beoordeling heel duidelijk in Mattheüs 25:31-40, wat kan worden samengevat in deze zin in het laatste vers: “voor zover u dit voor een van de minste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.”.
Wat een voorbeeld laat Kaleb ons na van volharding in het trouw volgen van God. Laten wij hetzelfde doen door het Evangelie te verkondigen en het werk te zegenen, niet alleen in bepaalde tijden van ons korte aardse bestaan, maar voortdurend op onze pelgrimstocht naar ons ‘beloofde land’, ons hemelse thuis dat God heeft bereid voor degenen die volharden tot het einde (Mattheüs 24 :13).
In Hem verbonden,
Daniël en Silene van Eijk