Als er één ding is waarover de mensen in Sabinópolis en omgeving Nico en Trijnie hebben horen spreken de afgelopen vijftig jaren dan is het wel over de kracht van gebed. Maar of ze het ook allemaal hebben begrepen?
Esther was een jaar of vier toen ze tegen haar vader zei: “Papa, jij wil toch zo graag een auto?” Waarop hij zei: “Ja lieverd, dat is papa’s grote droom”. Ze stonden voor het kleine kerkje in één van de armenwijken van Sabinópolis. Nadenkend keek het kleine meisje de straat rond en zag even verderop een auto voor een deur staan. Ze wist wel van wie die auto was, namelijk van senhora Da Silva. “Papa”, vroeg ze al wijzend naar de auto, “wil je zo’n auto?” Ismar keek mismoedig naar de oude Fiat, maar kon toch een glimlach niet onderdrukken, want zelfs voor zo’n schroothoop zou hij het geld nog niet op kunnen brengen. Maar liefdevol zegt hij: “Ja Esther, als we zo’n auto hadden dan konden we samen overal heel rijden.” Waarop het kleutertje antwoordde:”Dan kunnen we er toch samen voor bidden? Laten we dicht bij die auto gaan staan papa, dan gaat het beter”. Zo gezegd, zo gedaan. Een paar tellen later stonden ze naast de auto die pal onder het voorraam van de senhora stond geparkeerd. Het was al donker inmiddels. Zachtjes fluisterend begon Ismar te bidden, maar zijn kleine meisje onderbrak hem al snel en zei: “Harder praten papa, anders hoort senhora Da Silva je niet …”