“Toen mijn dochter Núbia tot bekering kwam, was ik heel boos. Ik probeerde haar dwars te zitten en droeg haar allerlei werkjes op, zodat ze niet naar de samenkomsten kon gaan. Toen ze me probeerde vanuit de Bijbel uit te leggen dat ik me moest bekeren, verwarde me dat. Hoe kon het dat mijn dochter zoveel van de Bijbel wist, en ik, als goede Rooms Katholiek, niet? Dat zat me dwars! Daar zou ik wel eens verandering in brengen! Ik besloot de pater te vragen me bijbelstudie te geven. Wat mijn dochter in de evangelische kerk kon leren, kon ik toch ook in de katholieke kerk? Ik vroeg een paar buurvrouwen met me mee te gaan naar de pater van onze parochie, om hem te vragen ons bijbelstudie te geven. Hij ontving ons, stelde een datum vast, en we waren tevreden! Op de vastgestelde datum zaten we met 15 vrouwen te wachten in de kerk. Maar de pater kwam niet. De kosteres zei: ‘Jullie kunnen beter maar weg gaan, want de pater komt toch niet.’ Ik ging naar zijn huis om nogmaals te vragen om bijbelstudie. Hij merkte op: ‘Je kunt de Bijbel niet letterlijk nemen’ en maakte me duidelijk dat hij geen bijbelstudie met ons ging doen.
Ik was verdrietig! In die tijd kreeg mijn man kanker, en na een tijd van lijden, stierf hij. Núbia, mijn sterke, gelovige dochter, was degene die hem tot zijn dood toe verzorgde. Ik kon het niet. Ze legde hem het evangelie uit, en voordat hij stierf, nam hij de Heer Jezus aan. Toen besloot ik met Núbia mee te gaan naar de zendingsgemeente, waar ik wel uit de Bijbel leerde. Toen ik in de Bijbel kon nagaan dat het allemaal waar was, wat daar gepredikt werd, ben ik tot bekering gekomen. Nu dien ik de Heer met blijdschap! Ik ben nu lid van dezelfde IEMP-gemeente als m’n dochter Núbia. Er is een wijkbijeenkomst van onze gemeente in mijn huis, en overal waar ik kan, vertel ik van de Heer.” (Maria Ermita is lid van de gemeente in Belo Horizonte)
Foto: Maria Ermita, en haar dochter Núbia