Ga naar de inhoud

Het werk in Rio Vermelho

  • door

Zendingsvrienden, Om jullie een idee te geven hoe onze werkers hier leven en strijden voor de Heer, en de mogelijkheden om het werk van de Heer te doen, vertalen we deze brief van de drie leiders, Lúcio, Júnia, en Núbia. Lúcio en Júnia leiden de gemeente, in het centrum van het dorp. Núbia Fröes leidt het semi-internaat en het Jeugdcentrum, dat funcioneert in de wijk Chapadinha, een van de meeste zondige en arme wijken van Rio Vermelho: “3 jaar geleden zijn wij, Junia en Lúcio, in gehoorzaamheid aan Gods roeping naar Rio Vermelho verhuisd, om de gemeente aldaar te leiden. Met een nieuwe uitdaging, een nieuwe visie, en met de grote wens dat alles positief zou uitpakken. Als we vandaag terug kijken, komen we tot de conclusie dat de situatie hier in Rio Vermelho veel complexer was dan we ons hadden voorgesteld. Dat er veel meer op ons af kwam, dan we hadden verwacht. Maar de Heer heeft ons tot nu toe geholpen en we zijn er zeker van dat Hij dat zal blijven doen. God, in zijn goedheid, heeft ons niet van te voren alles laten zien wat ons te wachten stond, want dan zouden we zeker ontmoedigd zijn geworden. We hebben echter visie en doelen voor de toekomst. Daarom vragen we jullie met klem of we in de wijk Chapadinha bij het semi-internaat een buurtcentrum op mogen zetten, om met de gezinnen te werken. Daarvoor hebben we een geestelijk rijp en evenwichtig echtpaar nodig, met een zendingsvisie, dat bereid is in deze wijk te gaan werken. Het team dat in het semi-internaat werkt is nieuw, met weinig ervaring. Enkele van hen zijn aan ons toegewezen en worden betaald door de (burgerlijke) gemeente, en zijn geen christenen. Ik vraag me af of dat wel een zegen is? We werken door middel van het semi-internaat midden in een wijk waar de duivel heerst door middel van spiritsme, alcoholisme, prostitutie en sexueel misbruik van kinderen. Van alle kanten voelen we de pressie van de duivel. We hebben werkelijk nodig dat jullie hier je aandacht aan geven. Wij (Júnia en Lúcio) werken hard en hebben al erg veel te doen: de gemeente, de buitenposten, opzicht over het semi-internaat en het diakonale team, en Núbia leidt het semi-internaat met een onderbezetting, studeert in het weekend, en gaat nu de periode van stages in. Ik denk niet dat we weinig doen; we willen al onze krachten geven, maar er is meer nodig dan we kunnen geven. Er is al twee keer een echtpaar geweest, en we waren enthousiast toen ze kwamen. Maar ze hebben het maar een poosje vol gehouden, en dat heeft ons teleurgesteld. Aan de andere kant waren we opgelucht dat ze weggingen, want we zagen dat ze geen liefde hadden voor de verloren mensen van de Chapadinha, en niet de geestelijke rijpheid en evenwicht hadden die nodig waren. We verlangen sterk naar een echtpaar dat liefde voor verloren mensen heeft, dat ons kan komen helpen en met ons samen deze strijd kan voeren. We wachten met spanning op jullie antwoord en vragen jullie met aandacht hierover na te denken. Ik weet dat jullie dat zéker zullen doen.” Een hartelijke groet van Lúcio.