Mijn verhaal begint in januari 1964, toen ik als derde dochter werd geboren in een gezin met vijf broers en zussen.
Mijn moeder was analfabeet en afkomstig uit een eenvoudige familie. Mijn vader kreeg op 18-jarige leeftijd een ernstig auto-ongeluk. Zijn rechterbeen moest worden geamputeerd. Vanaf dat moment werd hij een bittere, agressieve man zonder levensvreugde – iemand waar iedereen bang voor was. We woonden in een hutje achter het huis van mijn grootmoeder, die er alles aan deed om te zorgen dat het haar kleinkinderen aan niets ontbrak.
In 1967 arriveerden de zendelingen Nico en Trijnie in Sabinópolis. Ze hielden diensten op het pleintje voor ons huis. Elke keer als ze de microfoon aanzetten, renden we ernaartoe om te kijken. Na verloop van tijd raakte mijn grootmoeder bevriend met het echtpaar, en via hen hoorden mijn ouders het evangelie en bekeerden zich. De transformatie was compleet, vooral bij mijn vader, die een man van vrede werd.
Jarenlang waren we een gelukkig gezin, dat naar de kerk en de zondagsschool ging. Tot mijn grootmoeder overleed. Door dit grote gemis brokkelde het fundament van het gezin af. Mijn ouders dreven van God af en we raakten ver van de kerk.
Dat waren moeilijke tijden. Toch bleef het zaadje van geloof in mijn hart kiemen. Toen ik op mijn vijftiende moeder werd, zorgde de Heer in Zijn genade voor mij en mijn zoon. In die periode ging ik terug naar school, studeerde af als onderwijzeres en kreeg van de EZB een beurs voor een typecursus.
In 1983 kreeg ik de kans om bij de EZB te komen werken. Mijn leven veranderde compleet. Ik kreeg salaris. We hadden weer eten, kleding en medicijnen.
Tijdens de dagelijkse overdenking luisterde ik weer naar Gods Woord en gaf ik mijn leven opnieuw over aan Jezus Christus. Vanaf dat moment was alles nieuw. Ik vond erkenning in mijn werk en waardering in mijn familie. Ik hield van mijn werk, omdat ik me herkende in de verhalen van de kinderen. Velen kwamen, net als ik, uit gebroken gezinnen.
Een paar jaar later werd ik coördinator van het kinderdagverblijf. In 1987 zegende God mijn leven met een man. We trouwden in de kerk tijdens een prachtige viering, waar we getuige konden zijn van de liefde en zorg van de Heer.
Samen kregen we nog twee kinderen en mijn man adopteerde zelfs mijn oudste zoon als zijn eigen zoon.
Hoewel we dieptepunten kenden, putten we kracht uit ons geloof.
Zelfs toen mijn man in augustus 2024 overleed, vond ik troost bij de kerk en bij vrienden, waaronder Nico en Trijnie, die altijd aan onze zijde stonden.
Terugkijkend kan ik vandaag alleen maar zeggen: alle beloften van de Heer zijn in ons leven vervuld. Ik heb de Heer vele jaren mogen dienen bij de EZB. Het was een voorrecht om een instrument te zijn in Gods handen, om Zijn naam bekend te maken en levens te zien veranderen.
Nu ik met pensioen ga, bid ik dat nieuwe, toegewijde mensen het werk zullen voortzetten. Er zijn nog steeds veel mensen die zorg, liefde en verandering door het Evangelie nodig hebben.
Aan iedereen die bijdraagt aan het werk van de EZB met tijd, middelen, werk of geloof, mijn diepste dank. Moge God iedereen die dit werk ondersteunt, rijkelijk zegenen, zodat levens door het Evangelie veranderd kunnen blijven worden.
‘En wat u ook doet, doe het van harte, als voor de Heer en niet voor mensen.’ — Kolossenzen 3:23
Lieve groet,
Ana Tereza
