Het kind was een last voor de jonge vrouw. Ze had het niet gewild, maar het was de consequentie van haar losbandige leven. Ze woonde in een bouwvallige hut, wilde uit met mannen en plezier hebben. Toen Maria Eduarda werd geboren, wilde ze haar leven daarvoor niet veranderen. Ze liet het kindje alleen thuis, liggend op een voddige deken op de lemen vloer. Als ze thuis was, en het kindje veel huilde, voedde ze het, dan was het weer even stil. Toen Maria Eduarda 7 maanden was, woog ze 2 kilo, en was ze zo zwak dat de dokter tegen haar moeder zei: “Ze gaat dood aan ondervoeding.”
Foto: Nubia, de hoofdleidster van het semi-internaat, met Maria Eduarda Die dag stond de moeder aan de poort van het semi-internaat en vroeg aan Nubia, de hoofdleidster of die voor het kind wilde zorgen. Nubia nam het kind, en samen met de kinderverzorgsters van de babyafdeling en de vrouwen uit de keuken trachtten ze het kindje te voeden. In het begin braakte ze alles weer uit, en moest ze met tussenpozen, lepeltje voor lepeltje gevoed worden. En het wonder gebeurde: Maria Eduarda begon langzamerhand te groeien! Na 9 maanden goede verzorging weegt Maria Eduarda 6 kilo, is ze gaan lopen en is een gezond en levenslustig kindje. Zoals u begrijpt, is dit een verhaal waar nog geen einde aan is. Onze wens en ons gebed is dat de moeder tot geloof in de Heer Jezus komt, en dat ze een nieuw leven gaat beginnen en een goede moeder voor haar dochtertje wordt!