Ga naar de inhoud

Danielle’s levensverhaal

  • door

Ik ben Danielle Lins da Cunha, en ik ben geboren op 1 april 1987, in Sabinópolis, in het binnenland van Minas Gerais. Toen ik nog geen jaar was, kreeg ik hersenvliesontsteking, een ziekte die dodelijk kan zijn of hersenletsel kan geven. Toen mijn ouders me naar het ziekenhuis brachten, zei de arts dat ik maximaal nog 12 uur te leven had. Ik werd opgenomen, en wonder boven wonder kwam ik er boven op. Ik ben me bewust dat God me toen genezen heeft. God zorgde voor me al vanaf dat ik een baby was. Ik weet zeker dat Hij me liet leven omdat Hij mijn leven wil gebruiken.

Toen mijn ouders pas getrouwd waren, ging mijn moeder eens naar de IEMP-gemeente, waar ze het Evangelie duidelijk hoorde, en dezelfde avond bekeerde ze zich. Maar de Heer volgen, was heel moeilijk voor haar: mijn vader haatte de christenen, en alleen al er aan te denken dat zijn vrouw naar de diensten wilde, maakte hem woedend. Mijn moeder hield van m’n vader en wilde het hem graag naar de zin maken, dus ze liet het maar zitten, en ging niet meer. Toen ik een jaar of vijf was verhuisden we naar Belo Horizonte. Dat waren moeilijke tijden. Mijn vader werkte als automonteur in de garage van zijn broer. Maar een groot deel van z’n salaris ging op aan drank. Hij werd een zware alcoholist, en dat was heel traumatisch voor m’n moeder en voor ons, de kinderen, want er was nooit geld, en hij was agressief. Toen werd mijn moeder weer zwanger. Het vijfde kind in ons gezin werd geboren toen ik, tot nu toe de jongste, 6 jaar was.
Mijn vader was nooit thuis, en toen mijn broertje geboren werd, was hij nergens te bekennen. In die tijd begon mijn moeder stiekem weer een evangelische gemeente te bezoeken. Ze nam ons mee. We gingen regelmatig naar de samenkomsten en ze werd gedoopt. Toen de financiele situatie nijpend werd, gingen we terug naar Sabinópolis. Daar werkte mijn vader een tijdje, maar wilde toch weer terug naar Belo Horizonte. Moeder en wij, de kinderen, bleven in Sabinópolis. Hij kwam bijna nooit bij ons, en zo konden wij weer naar de IEMP-gemeente in Sabinópolis gaan. Mijn broertje en ik werden toegelaten in een van de wijkcentra van de BEM (de diaconale tak van het zendingswerk) waar we iedere dag mochten komen. We genoten er! Maar toen mijn vader het ontdekte, verbood hij ons er nog naar toe te gaan. We gehoorzaamden, maar in ons hart hadden we al gekozen om de Heer te dienen. We gingen stiekem ook naar de diensten in de gemeente. Als hij dan thuis kwam, verstopten we onze Bijbels. Ook zwegen we in alle talen over de gemeente en de dingen die we daar deden. Mijn grootvader, die ook in Sabinópolis woonde en ook niet van de christenen hield, heeft vele keren geprobeerd ons in te schrijven in de catachesatie van de katholieke kerk, maar we vonden altijd wel een manier om daaraan te ontsnappen.

In September 1999 – ik was toen 12 jaar – was er een tienerkamp van de gemeente, en ik mocht er ook naar toe! Mijn moeder kreeg het voor elkaar dat ik er heen kon, zonder dat m’n vader het wist. En op 9 september 1999 heb ik de Heer Jezus aangenomen! Ik had gekozen, en wist zeker dat ik de Heer wilde volgen. Een maand later werd ik gedoopt. Toen we ouder werden en m’n vader zag dat hij ons niet meer kon ompraten, liet hij het maar zo. Maar hij heeft zich nog niet bekeerd, alhoewel we voor hem bidden en de Heer met hem bezig is. Mijn moeder, die heen en weer werd geslingerd tussen God en haar man, besloot ook de Heer te volgen. Omdat een normaal huwelijksleven onmogelijk was, zijn mijn ouders gescheiden. Daarna hadden we de vrijheid om de Heer te dienen.

In 2000 kwam ik in het jeugdvormingscentrum. Ik ben er maar één jaar geweest, ik was er eigenlijk al te oud voor. Maar het was een droom die verwezenlijkt werd, dat jaar, want ik vond het heerlijk in de projekten van de zending. Toen ik 16 jaar was en de middelbare school af had, wist ik niet wat ik moest gaan doen. Ik wilde iets doen voor de Heer. Ik kon toen werk krijgen bij de BEM, en daar heb ik een paar jaar met veel plezier gewerkt. Toen hoorde ik dat er een bijbelschool in Sabinópolis zou komen. Ik ben gaan bidden, alhoewel ik niet veel zin had om me te verdiepen in theologie en dat soort vakken! Maar tijdens het jeugdcongres in 2005 bevestigde de Heer mijn roeping, en wist ik zeker dat ik naar de bijbelschool zou gaan. Hoe, dat wist ik niet, want er was geen mogelijkheid om (betaald) te werken, tijdens de cursus. En mijn moeder kon de bijbelschoolopleiding ook niet voor me betalen. Maar ik wist zeker, dat God de deuren zou openen, als hij werkelijk wilde dat ik naar de bijbelschool Ik bad er voor, en tot m’n grote vreugde werd ik in juli 2005 aangenomen! Er was iets geweldigs gebeurd: God had mensen die me niet eens kennen in het hart gegeven om mijn studie aan de Bijbelschool te bekostigen! Ik ben ze heel dankbaar! Ik geniet van de lessen en ik heb een fijne, leerzame tijd. Ook leer ik de Heer beter kennen. En ik weet dat Hij me klaarmaakt, voor het werk dat Hij voor me in petto heeft.

Met dankbaarheid kijk ik terug en ik ben God dankbaar dat Hij voor me gezorgd heeft, toen ik me daar nog niet eens van bewust was. Hij heeft me leven gegeven, zodat ik Hem zou leren kennen en de vreugde zou mogen smaken om Hem te dienen.

“We hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.”
1 Joh.4:19,

IEMP-gemeente = kerkelijke gemeente van de EZB
BEM = diaconale tak van de EZB